België en de tactische kernwapens na Chicago

Door: Hans Lammerant (Vredesactie, België)

De resultaten van de NAVO-top kunnen beschreven worden als het vasthouden aan de status quo, omwille van teveel onenigheid over de nucleaire politiek. In de tekst wordt wel ruimte gehouden om toch tot een terugtrekking van de TNW te besluiten. Zo kan iedereen een beetje tevreden gehouden worden. Want niemand wil teveel politiek krediet verliezen aan de nucleaire dossiers. En dit verhaal geldt ook voor België.

Halfleeg of halfvol
Politieke discussies over een NAVO-top zijn in België behoorlijk saai. Voor de top laat de Belgische regering, gesteld dat ze al een eigen positie heeft, niet in haar kaarten kijken. Na de top juicht de regering meestal de besluiten toe.

Dit was ook zo met de top in Chicago. De resultaten wordt nu voorgesteld als een stapje in de richting naar nucleaire ontwapening. Kritiek daarop wordt door de minister van buitenlandse zaken Reynders weggewuifd met één van de meest versleten dooddoeners uit compromisland België: sommigen zullen het glas halfleeg vinden, anderen halfvol. Met andere woorden, de regering klopt zich liever op de borst over het bescheiden resultaat, dan zich druk te maken over wat nog gedaan moet worden.

De Belgische regering doet hiermee wat ze in dit dossier al jaren doet, namelijk de kat uit de boom kijken.

De Belgische politieke wereld is een terugtrekking van de tactische kernwapens (TNW) wel genegen, maar dit is een dossier waarvoor ze in de NAVO geen politieke prijs wil betalen. Zowat alle politieke partijen erkennen publiek dat de tactische kernwapens geen enkele militaire waarde meer hebben en een nutteloos relict uit de Koude Oorlog zijn. Ook het voorstel van resolutie van de rechtse partijen spreekt van ‘een strategisch anachronisme’.

Patstelling
Voornaamste discussiepunt is of er Russische tegemoetkomingen moeten zijn in ruil voor de terugtrekking. De groene partijen en de Vlaamse sociaaldemocraten willen een vertrek van de TNW zonder condities. Niet dat zij Russische tegemoetkomingen of een nieuw wapenbeheersingsverdrag niet zouden verwelkomen. Maar zulke tegemoetkomingen zijn niet snel te verwachten en deze koppeling komt neer op het bestendigen van een patstelling en een blijvende ontplooiing van kernwapens in ons land. De christendemocraten, liberalen en vlaams-nationalisten houden wel van aan die voorwaarde. Achterliggende motivatie is dat zij trouw aan de consensus binnen de NAVO willen vasthouden. Mocht binnen de NAVO tot een terugtrekking besloten worden, dan zou ook vanop deze banken geen protest te horen zijn.

Solo avonturen
De Belgische buitenlandse politiek vertrekt van het uitgangspunt dat de Belgische belangen het beste gediend zijn door op te gaan in grotere gehelen zoals EU en NAVO waarin ook de grotere landen gebonden zijn, en de eigen belangen zoveel mogelijk daarmee proberen op één lijn te brengen. In praktijk laat dat weinig ruimte voor eigen initiatief, en zeker niet voor solo avonturen. Dat vertaald zich in het politieke zelfbeeld als bouwer van compromissen vanuit een visie op dat grotere geheel. Maar veel vaker blijft het steken in opportunistisch de kat uit de boom kijken en een buitenlandse politiek in functie van de carrièreperspectieven van de toppolitici of commerciële belangen.

Yes, Minister
Momenteel is er weinig sprake van een gedeelde visie ten gevolge van politiek verdeelde regeringen met een overmaat aan binnenlandse problemen om over te bakkeleien. Dit geeft de bevoegde ministers een ruime mate van autonomie om hun eigen koers te varen. Minister van buitenlandse zaken Reynders – Franstalige liberaal – is sterk op Frankrijk gericht. Minister van defensie De Crem loopt zich het vuur uit de sloffen om zich te bewijzen als beste bondgenoot van de VS en droomt ooit eens NAVO secretaris-generaal te kunnen worden. Van deze ministers valt dus geen zelfstandig beleid te verwachten gericht op een snelle verwijdering van de tactische kernwapens.

Tenslotte wordt het beleid rond dit dossier al meer dan 10 jaar gemaakt door dezelfde, nauw bij de NAVO-bureaucratie aanleunende, diplomaten. Zij slagen erin om in ware ‘Yes, minister’-stijl hun minister tot de orde te roepen wanneer die het in zijn hoofd krijgt om toch eens de marges in dit dossier op te zoeken. Zoals toen voormalig premier Leterme even afkoelde op Buitenlandse Zaken en het Duitse initiatief van Westerwelle genegen bleek. België bleef daarna een lauwe ondersteuner van de Duitse pogingen om beweging in het dossier te krijgen.

De grootste uitdaging om de TNW weg te krijgen is dus het creëren van voldoende politieke wil. Als die er niet is om een terugtrekking in NAVO-verband via een verandering van de nucleaire strategie te bepleiten, zal die er zeker niet zijn om zo’n terugtrekking via bilaterale onderhandelingen met de VS te bekomen. Die politieke wil kan wel ontstaan als in meer Europese landen de vraag om terugtrekking weerklinkt en daardoor ook in die landen er politiek iets winnen valt met zo’n terugtrekking. En als de weerstand van Frankrijk tegen een verandering van de nucleaire strategie een brede publieke zichtbaarheid in Europa en dus politieke kost krijgt.